Vier geblakerde dolfijnen in nieuwe steen

kopiëren van dolfijnen in zandsteen

Vier klassieke dolfijnen in zandsteen

beschadigde oude dolfijnen en nieuw steenhouwwerkSoms zijn er van die opdrachten waar ik een beetje tegenop zie, door de hoge kwaliteit werk die het vraagt. Ik zal eerlijk toegeven dat de volgende klus niet makkelijk was. Het betrof éen van de twee vroeg-20e-eeuwse ornamenten met dolfijnen die het gebouw van het Art’otel sierden aan de kant van de Prins Hendrikkade in Amsterdam, tegenover het Centraal Station. Op 13 januari 2020, inmiddels ruim een jaar geleden, ontstond daar een gaslek. De daarna ontstane brand krulde geruime tijd tegen de gevel van het hotel op en het vuur heeft vooral aan de natuursteen van het exterieur schade aangericht, waaronder aan dit ornament. In 2020 werd alle beschadigde natuursteen vervangen door Slotboom Steenhouwers BV in Winterswijk.

Dolfijnen of gewoon vissen?

fontein met dolfijnen Paleis CasertaDeze vormgeving is erg wijdverbreid. Zo kun je deze ‘dolfijnen’ bijvoorbeeld vinden langs de oevers van de Theems in Londen, in renaissance-beeldhouwwerk in Italië, op vazen, fonteinen en tuinbanken, en als waterspuwers boven een bassin, vijver of zwembad. Alleen lijken ze totaal niet op dolfijnen zoals wij ze kennen, maar meer op vissen. Ze hebben grote bolle ogen, dikke lippen, kieuwen en fladderige vinnen en een duidelijke vissenstaart. Terwijl dolfijnen natuurlijk gladde zoogdieren zijn zonder veel franje.

Na wat zoeken op het interweb kwam ik erachter dat al sinds Romeinse tijden dolfijnen zo afschrikwekkend worden afgebeeld (de oude Grieken kwamen een stuk dichter in de buurt), maar niemand weet waarom. Er is wel een interessant en amusant artikel over geschreven, door Donna Zuckerberg↑ (engelstalig), maar ook dat biedt geen goede verklaring. Misschien is de eigenlijke reden wel dat het op deze manier een stuk interessanter is om te schilderen en te beeldhouwen? Dolfijnen zijn wezens met een behoorlijk hoog bewustzijn. Misschien geldt hier hetzelfde als nu ook speelt: demoniseer het goede, beeld het af als slecht en creëer daarmee zoveel verwarring dat je zelf je voordeel kunt doen met de ontstane angst.

Anders aanpakken dan gewoonlijk

blok steen voor dolfijnen, overbodige massa verwijderenIk kreeg ergens in december 2020 van de steenhouwerij een groot blok geprofileerde zandsteen binnen, waaruit ik een kopie moest hakken van de dolfijnen. Dit blok was gemaakt uit Poolse Rákowicz zandsteen. Rákowicz is vergelijkbaar met Bentheimer zandsteen, maar voordeliger. Dit was een uitzonderlijk mooi dicht en homogeen stuk, hoewel het een paar okerkleurige vegen bevatte.

Normaal zet ik zo’n oud beeld op de voorzaagmachine en begin dan vanaf de gezaagde kopie te detailleren. Maar deze dolfijnen misten allerlei delen, en dan met name de staarten. Daarbij is het klein en zeer gedetailleerd. Ik kwam al snel tot de conclusie dat voorzagen niet zou gaan. Ik had graag het broertje van dit ornament erbij gehad, dat nog wel intact was omdat het een aantal meter verderop aan de gevel stond. Dat had het kopiëren een stuk makkelijker gemaakt. Maar ik was te laat erbij betrokken en dit was nu niet meer mogelijk.

Stap voor stap punteren

beginnen met punterenDe oplossing werd om het op de klassieke manier aan te pakken. Ik zou de dolfijnen puntje voor puntje gaan opmeten en kopiëren met een punteerapparaat. Dit is iets wat ik bij voorkeur wil vermijden omdat het een tergend langzaam proces is, en zoals je inmiddels misschien weet heb ik een hekel aan meten en hou ik van opschieten. Maar deze keer was er geen ontkomen aan: ik kon geen grote vormen ontdekken die me zouden helpen om het beeld op het oog te hakken of met slechts een paar ruwe metingen. Ik heb het originele beeld nog dichtgesmeerd met klei, om te zien of er een eenvoudige hoofdvorm overbleef waarbinnen de meest uitstekende delen vielen, maar het bleef een lastige complexe vorm. Ik moest het wel gedetailleerd en stap voor stap gaan uitvoeren.

Ik begon met het reconstrueren van de staarten in gewone boetseerklei. Een dikke pen in het beeld moest stevigheid geven voor het meetapparaat. Gewoonlijk maak je op het origineel en op het blok waaruit de kopie gemaakt moet worden een drietal basispunten vast, waarin je het kopieerkruis vasthaakt. Deze keer kon ik er geen schroeven in vastlijmen of gaatjes in boren, dus besloot ik rondom plankjes te klemmen waarin ik torx-schroeven kon draaien. In de torx-koppen pasten perfect de haken van het punteerkruis.

Geduldwerkje

Het nieuwe blok met het steenhouwwerk dat ik van de steenhouwerij gekregen had was veel te groot, zodat ik eerst begonnen ben om maar eens de overtollige massa weg te zagen. Dat kon ik met passers wel opmeten. Daarna begon het punteren van de dolfijnen, waarbij je altijd eerst de hoogste punten uitwerkt, en dan de tussenliggende delen gaat vormgeven. Het is niet echt moeilijk werk: je moet gewoon geduldig het punteerapparaat blijven instellen, checken of elke vleugelmoer goed is aangedraaid en de naald terugschuiven, dan het punteerkruis overzetten naar het blok nieuwe steen en daar net zo lang boren en hakken totdat je exact 1 punt hebt aangegeven. Ad infinitum. Het nadeel van deze methode is dat het erg lang duurt voordat de vormen inzichtelijk beginnen te worden. Het is vrij dom werk eigenlijk. En ook traag werk. Maar na een paar weken punteren stonden de details er allemaal op en kon ik het gevreesde apparaat terzijde leggen.

Ik had tussendoor nog allemaal andere opdrachten lopen, zoals het graf van mijn vader, de hoekstenen van de Latijnse School in Nijmegen en weer nieuwe kantbloemen voor de Domtoren in Utrecht. Gelukkig maar, want punteren is niet mijn lievelingswerk.

Op het oog uitwerken

de beeldhouwer bindt het beeldhouwwerk vast op de palletGelukkig komt er altijd een punt waarop de beeldhouwer genoeg houvast heeft aan alle opgemeten punten om de details op het oog uit te werken. Ik hou ervan om bij dit soort werken een doorzichtig plastic sjabloontje te trekken van de belangrijkste lijnen, zodat ik heel snel vanuit de grove vorm naar een beeldhouwwerk kan komen door deze lijnen over te trekken op mijn kopie. Daarna was het nog slechts een kwestie van op het oog nahakken van de originele dolfijnen. De staarten kon ik maken aan de hand van foto’s. Mijn geboetseerde staarten had ik bewust heel grof gelaten, omdat ik het makkelijker vind om dat in de steen uit te werken dan dagen zitten priegelen in de klei. Als ik maar weet hoe groot de massa’s moeten worden, dan heb ik genoeg om vanuit te gaan. Met wat maten die de steenhouwers me verschaft hadden vanaf het andere origineel dat nog op het Art’otel stond, kon ik goed uit de voeten om een behoorlijke kopie te maken. De afwerking van het hele ornament was uitgevoerd met een smal tandijzer, en dat heb ik ook in de kopie teruggebracht.

vier klassieke dolfijnen in zandsteen

Conclusie

punteerprocesIk had erg opgezien tegen dit werk omdat het best complex is, en omdat dit oude beeldhouwwerk met veel flair en vakmanschap gemaakt is. Ik dacht dat ik er nog een harde dobber aan zou krijgen om dit niveau te benaderen. Het viel uiteindelijk gelukkig allemaal heel erg mee, want wat eerst heel lastig is wordt door het eenvoudige punteerproces een heel stuk makkelijker. Dat is ook de reden dat bijvoorbeeld in Italië vaak dit simpelere werk wordt overgelaten aan de mindere beeldhouwers. Het echte vakwerk doen dan de meester-artigiani, die bijvoorbeeld de gezichten, haren, handen en andere details kunnen vormgeven op een niveau waar de gewone uitvoerder niet aan kan tippen. Voor mij betekende het punteerapparaat in dit geval een handig maar saai hulpmiddel. Het was me eens te meer duidelijk waarom ik zo blij ben met die kopieerzaagmachine. Stel je voor dat we alle 83 (tot dusver) luchtboogbeelden van de Eusebiuskerk helemaal hadden moeten punteren, of Thomas van Aquino en Paus Leo de Grote… dan staat er ook wel een heel ander prijskaartje voor een beeld, omdat we het nooit zo vlot hadden kunnen maken op die manier.

Snelheid en prijs bepalend

Het punteerapparaat is behoorlijk nauwkeurig, maar het is dus een langzaam proces, wat voor het meeste werk dat wij doen zou betekenen dat het allemaal veel te kostbaar zou worden. Dat is waarschijnlijk ook de reden dat er steeds meer wordt gewerkt met robots die het beeldhouwwerk voorfrezen. Het nadeel daarvan is weer dat er vakkennis verloren gaat en dat het werk niet heel erg interessant wordt als je steeds alleen maar hoeft af te werken wat een robot tot in de puntjes al heeft voorgefreesd. Maar meestal is dat voor de meeste projecten niet het belangrijkste punt: het draait er steeds weer op uit dat het uiteindelijk toch vooral om de kostprijs gaat.

Galerij

-klik rechts onderaan de foto’s voor een versie op volledig formaat-

Beeldhouwerijblog.nl is het blog van Koen van Velzen, beeldhouwer in steen en brons. Zie ook mijn website: beeldhouwerijvanvelzen.nl

Volg me op Instagram↑
en op Twitter↑
en op YouTube↑

Griffioen boetseren in klei en gips

Jelle boetseert aan griffioen. Griffioen boetseren in klei en daarna afgieten in gips

Jelle en ik zijn hier halverwege met het boetseerwerk aan de griffioen

Verder met de grote griffioen

griffioen boetseren in kunstklei Het is een project met lange onderbrekingen, omdat er altijd werk tussendoor komt dat veel meer haast lijkt te hebben. Maar afgelopen zomer was er een vakantieperiode waarin Jelle en ik aan de slag konden om eindelijk de grote gespiegelde griffioenen te gaan vormgeven. In mijn laatste bericht hierover, van ruim een jaar eerder, vertelde ik dat deze twee gespiegelde griffioenen waarschijnlijk in beton gegoten gaan worden. Maar ik kreeg goed nieuws van de klant: bij nader inzien wilde hij toch liever zandstenen originelen dan betonnen afgietsels. We mogen ze gaan hakken! Ik besloot dat dit toch wel een groot project is voor mij alleen en dat ik dit graag samen met Jelle Steendam wilde gaan maken. Met de combinatie van ons beider vormgevoel en een stel handen erbij wordt dit een geweldig stuk beeldhouwwerk waar ik razend enthousiast over ben.

Geen schuim maar klei

Stalen framen voor het werk van griffioen boetseren in klei en daarna afgieten in gips

Ik was al begonnen om mijn schaalmodel uit te vergroten in harde schuim. Maar het werk viel me tegen. Ik kon hierin niet de souplesse krijgen die me voor ogen stond en besloot het anders aan te pakken en wilde de griffioen boetseren in klei. De eerste stap was een stevig frame. Ik trok een contoursjabloon van mijn schaalmodel, vergrootte dit uit op de gewenste schaal en zaagde het uit een plaat hout. Vervolgens laste ik van vierkante profielbuis een stalen frame in elkaar voor de griffioen. Aan dit frame kon ik van volièregaas het lijf ruwweg modelleren, dat ik met purschuim opvulde. De vleugels maakte ik uitneembaar.

Schild

schild van griffioen boetseren in klei3Daarna kwam het boetseren van het schild. Het schild is een ingewikkelde beweging van onderdelen met allerlei details die ik in eerste instantie maar moeilijk van de kleine fotootjes kon aflezen. Toen we bijna klaar waren met alle afgietsels stuurde de klant ons een hele reeks haarscherpe foto’s waarop te zien was dat ik heel erg dicht in de buurt van het origineel had gezeten. Maar ook was er nieuwe informatie op te ontdekken die we zeker in de reconstructie zullen gaan verwerken. Ik had al heel wat uren in fotobewerking gestopt om erachter te komen hoe het er ooit had uitgezien.

oude foto griffioen in situEen collega merkte op dat hij zulke oude foto’s eerder als leidraad had gebruikt om zijn eigen beesten te maken dan dat hij er per sé een exacte kopie van had willen maken. Daar is ook wat voor te zeggen. Maar voor mezelf is het een uitdaging geweest om het niveau van de oude griffioenen te reconstrueren en te benaderen. Ik ben er een betere beeldhouwer door geworden. En ook voor Jelle is het een heel leerzaam project. Hij heeft veel meer boetseerervaring dan ik en is ook beter bekend met het maken van gipsen kappen. Maar om het op deze schaal te doen is ook voor hem nieuw! Dus samen leren we een hoop. Pas als we echt aan het hakken gaan zitten we op bekend terrein; dat hebben we al heel wat vaker gedaan.

Van het schild heb ik een eenzijdige kap gemaakt en met hulp van Jelle ook een gipsen afgietsel. Dit konden we gebruiken voor het verdere boetseerwerk aan het lijf van de griffioen.

Priegelige riddertjes

familiewapen Von Klot voor schild griffioen linksDe schilden zijn ook allebei anders. Ze hebben allebei een familiewapen erop, de ene is van Graf Von Klot-Trautvetter met twee helmen en twee ridders met vaandels en lansen en een wapenspreuk, en de andere van Graf Von Bohlen, met vijf griffioenen en drie helmen en de wapenspreuk ‘Cave Gryphem’. Alleen al deze familiewapens zijn enorm bewerkelijke stukken, dus dit is een project waaraan we heel wat weekjes zullen gaan besteden bovenop de tijd die we nodig hadden om te boetseren.

familiewapen Von Bohlen voor schild griffioen rechtsOok de grote vorm van het schild had ik in klei geboetseerd en in gips afgegoten. Dat hele familiewapen heb ik niet geboetseerd, want dat is heel veel werk dat je toch niet kunt overbrengen met de beeldenzaag. Ik kan het ook veel sneller rechtstreeks in de steen uithakken als het er eenmaal op getekend is. Een goed voorbeeld hiervoor is het grote familiewapen met twee griffioenen dat ik in 2013 in zandsteen maakte.

Het lijf van de griffioen

griffioen boetseren in klei en daarna afgieten in gipsDaarna kwam stap drie: modelleren van het lijf, de vleugels en de staart. Dit was het punt waarop Jelle ook in actie kon komen. Samen hebben we in een aantal dagen van intensief modelleren de griffioen gestalte gegeven. Klei kan natuurlijk uitdrogen en krimpen, zodat het heel fijn was dat we dit gezamenlijk in kortere tijd konden doen. De griffioen wordt 115 cm hoog en het schild 122 cm, dus dat was hard doorwerken.

Gipskappen

griffioen boetseren in klei en daarna afgieten in gipsMaar met een kleimodel kun je nog niet zoveel doen. Als het uitdroogt gaat het barsten en valt in stukken uiteen. Als het nat is kan het uitzakken of beschadigen. Daarom hebben we er een gigantische lading gips doorheen gejaagd om tot een gipsmodel te komen. We waren tevreden met de expressie van de kleigriffioen, zodat we konden doorgaan naar stap 3: kappen van gips eroverheen leggen.

Eerst haalde ik de vleugels en de staart eraf en maakte daar aparte gipskappen van. Vervolgens maakten we, in een intensief ritme van gips aanmaken, een dunne laag gips opzetten in kleur en een dikkere laag eroverheen aanbrengen, een gipskap voor de buik van de griffioen. De laatste twee kappen waren voor de kop van de griffioen. De naden gaven we aan met ‘latoenen’, in dit geval geknipt uit een plaat zink die ik nog had. Tenslotte volgden de twee kappen voor de linker en rechter helft van de griffioen.

Afgietsels

griffioen boetseren in klei en daarna afgieten in gips. Holle gipsafgietsels.Daarna hebben Jelle en ik afgietsels van elke kap gemaakt. We hadden een goede lading glasvezels door de gips gemengd, zodat de afgietsels dun konden blijven. Ten slotte hebben we de losse onderdelen aan elkaar vastgemaakt met nog meer gips, die we van binnenuit over de naden smeerden. Over het geheel hebben we nu een holle griffioen van ongeveer 8 cm dik, die we nog een beetje kunnen hanteren.

griffioen boetseren in klei en daarna afgieten in gips. Weghakken van de gipskappenMaar het beeld zat nog wel ingepakt in de gipskappen! Daarom zijn we ook nog een paar dagen druk geweest om alle onderdelen los te hakken uit de gipskappen. Gelukkig hadden we de binnenste laag van de gipskappen een beetje rode kleurstof meegegeven, waardoor we konden zien wanneer we dicht op de uiteindelijke oppervlakte kwamen. Uiteindelijk eindigden we met een stel afgietsels, die misschien niet perfect waren volgens de opvattingen van beroepsmallenmakers, maar meer dan voldoende kwaliteit hadden voor onze beeldenzaag en ook goed genoeg waren als model om vanaf te gaan beeldhouwen.

Gespiegeld

griffioen boetseren in klei en daarna afgieten in gips. Laatste resten gips weghakken door JelleDeze griffioen wordt straks in steen uitgehouwen. En net als al die luchtboogbeeldjes van de afgelopen jaren wordt hij eerst voorgezaagd op de beeldenzaagmachine. Daarvoor hebben we dan ook een stevig model nodig dat niet indrukt als er een tastschijf op rust. Ik had het beest ook uit schuim kunnen snijden en bedekken met polyester, maar met deze methode waren we flexibeler met de vormgeving. Klei kun je immers heel makkelijk weghalen en aanvullen, en met schuim wordt dat lastiger.

Maar de griffioen wordt twee verschillende griffioenen, een linker versie en een rechter. Ze moeten gespiegeld worden en dat betekent dat de voorpoten, de klauwen, bij de een anders zitten dan bij de ander. Ik heb bedacht dat we eerst de ene griffioen gaan uitzagen en beeldhouwen, en dat we daarna de gipsen poten van het model gaan aanpassen zodat de rechterklauw het schild vasthoudt en hij op de linker steunt.

Zandsteen besteld

Voor deze twee griffioenen, de twee schilden, de vier vleugels en de twee staarten heb ik nu een partij Obernkirchener zandsteen besteld. De groeve liet mij weten dat het wel even langer duurt om goede blokken van zo’n grote maat te vinden voor de beelden. Maar ik wilde graag deze steen, hoewel het erg hard is en vrij moeilijk om te bewerken. Het is namelijk enorm weervast en mooi van kleur. Het materiaal is bovenal ook heel sterk. Ik had een plak van ongeveer 1 cm dik gezaagd, ongeveer 15 x 15 cm, en die kon ik met mijn handen niet breken. Terwijl ik toch redelijk veel kracht in mijn vingers heb. Dit is een perfecte eigenschap, omdat deze beesten op 1 voorpoot komen te staan, en het schild, de vleugels en de staart worden ook niet al te dik. Zo kunnen ze wel een paar eeuwen meegaan.

Beeldhouwerijblog.nl is het blog van Koen van Velzen, beeldhouwer in steen en brons. Zie ook mijn website: beeldhouwerijvanvelzen.nl

Volg me op Instagram↑
en op Twitter↑
en op YouTube↑

Video: bezoek aan de beeldhouwerij

Koen, Jelle, klant en Stide bij luchtboogbeelden van Jelle tijdens bezoek aan de beeldhouwerij

Koen, Jelle, klant en Stide bij luchtboogbeelden van Jelle

We gaan viraal

Vorige maand zou ik weer bezoek aan de beeldhouwerij krijgen: klanten van de Eusebiuskerk die een oud luchtboogbeeld gekocht hadden, konden komen kijken naar de plek waar ze gekopieerd worden in nieuwe steen. Maar er kwam roet in het eten. Op het moment draait echt àlles om dat verrekte coronavirus en ook ik ontkom er schijnbaar niet aan dat er dingen niet kunnen doorgaan. Ik kreeg een afzegging en een verzoek of ik dan misschien een filmpje wilde maken van ons werk, zodat de kopers/kijkers toch een indruk kunnen krijgen.

Schoolmeester

Nu is het toch anders als ik zelf iets vertel dan wanneer mensen vragen stellen. De meeste dingen zijn voor mij zo vanzelfsprekend geworden dat ik er niet bij stilsta dat onderdelen van het werkproces voor anderen nog niet duidelijk zijn. De beste interactie is natuurlijk als je rechtstreeks vragen kunt beantwoorden, en vaak leidt de ene vraag tot de andere. Plus dat daar tevens ook nog eens bijkomt dat je daarbij eveneens tevens ook kunt stellen dat dingen uitleggen net een andere nuance geeft dan als je verhalend vertelt en anekdotes kunt aanhalen.

Beelddenkers

Maar de Chinezen zeiden het al: een plaatje zegt meer dan duizend woorden. Dus hierbij mijn vervangende rondleiding door de beeldhouwerij, met optredens van collega’s Stide en Jelle. Het hele verhaal draait hier dus om de luchtboogbeelden die we vervangen, en dit zijn een paar van de laatste van boog 14 en 16, met de muzikanten en apostelen. Het was een interessante uitdaging om te leren filmen en editen, dus waarschijnlijk ga ik dat nog vaker doen. Ik heb plannen zat, nu nog vrije tijd ervoor vinden.

Jacobus de Mindere

Het luchtboogbeeld waaraan ik in deze video sta te werken is inmiddels af. Lees in dit bericht↑ meer over het beeld van Jacobus de Mindere. De accordeonist vind je in dit bericht↑. Ook ben ik inmiddels begonnen aan het voorlopig laatste luchtboogbeeld, dat van Jacobus de Meerdere, waarover later meer↑.

Beeldhouwerijblog.nl is het blog van Koen van Velzen, beeldhouwer in steen en brons. Zie ook mijn website: beeldhouwerijvanvelzen.nl

Volg me op Instagram↑
en op Twitter↑
en op YouTube↑