Tegenslag
We schieten al aardig op met de muzikanten van luchtboog 14, maar we kregen te maken met tegenslag. Het blok voor de trompettist vertoonde een aantal forse scheuren en moest opnieuw besteld worden. Dat is wel garantiewerk van de groeve, maar toch vervelend, ook omdat ze het vervoer niet zullen vergoeden. Gelukkig heb ik daar niet veel mee te maken, het ligt bij de steenhouwerij op het bord. Ook misten we nog het beeld van de Accordeonist↑, die abusievelijk verlijmd was geraakt aan het nieuwe filmtheater. Maar het is nu inmiddels toch losgepeuterd en bij ons gearriveerd. Ik ben gelijk begonnen met voorzagen en het eerste hakwerk. Ook zouden we binnenkort nog een delegatie van klanten krijgen die een oud beeld van de apostelen gekocht hadden, maar het Coronavirus heeft roet in het eten gegooid.
Attributen voor elke apostel
Ondertussen zijn we maar begonnen aan boog 16, een reeks van 6 keer een apostel en het Lam Gods bovenaan. Stide heeft al de apostel Petrus afgerond, Jelle is net klaar met het Lam Gods, en ik rondde vorige week Apostel Andreas af. Hij was makkelijk te herkennen aan het kruis dat hij vasthoudt. Het is een vrolijk stel bijeen, die apostelen: allemaal houden ze het martelwerktuig vast waarmee ze ter dood zijn gebracht. Dat waren nog eens tijden zeg.
Andreas wilde niet op dezelfde manier gekruisigd worden als Jezus, maar daar zaten ze niet mee: speciaal voor hem maakten ze het Andreaskruis. We gebruiken het nu nog als waarschuwingsbord voor een spoorwegovergang.
Grof gehouwen
Zoals ik al eerder berichtte worden deze luchtboogbeelden steeds volumineuzer en grover naarmate beeldhouwer Eduard van Kuilenburg het einde van het werk naderde. Je kunt van boog tot boog duidelijk de ontwikkeling zien die deze beeldhouwer doorliep.
In het boeiende boek over het beeldhouwwerk aan deze kerk staat een anekdote dat het kerkbestuur geschrokken reageerde op de ‘overvolle luchtbogen’ met deze massieve apostelen. De zes discipelen staan er indrukwekkend bij, met grote handen en brede koppen. Het is vrij eenvoudig werk, maar heel expressief in zijn uitvoering. Op verschillende kanten kun je zien hoe de beeldhouwer werkte: hij tekende op een aantal kanten de contouren van armen, lijf en benen en begon gewoon te hakken. Vandaar dat zijn linkerarm nog vrij plat de massa van het oorspronkelijke blok volgt.
Twee rechtervoeten
Kennelijk zijn de voeten van minder belang geweest, want daar heeft Van Kuilenburg duidelijk minder aandacht aan besteed. Net als bij het hierboven genoemde Luisterende Mannetje dat Stide hakte en bij het Biddende Mannetje van de noordwestkant, staat een van zijn voeten verkeerd-om, met de grote teen aan de verkeerde kant. Ook hier heb ik dat maar gecorrigeerd, dat doet verder geen afbreuk aan het algehele beeld.
Geen wijzigingen aangebracht
Maar afgezien van die ene voet heb ik verder aan dit beeld niets veranderd. Het was een beetje cartoon-achtig uitgevoerd, en anatomische correctheid was hierin duidelijk ondergeschikt aan de vertelkracht. Als je met geweld alles probeert aan te passen aan ‘hoe het hoort te zijn’, dan schiet je duidelijk je doel voorbij en krijg je vleesch noch visch. Vandaar dat ik ook de grove structuur van het oude beeldje heb geprobeerd te benaderen met behulp van de bouchard-beitel, omdat deze ook bijdraagt aan het algehele karakter van dit beeldje. Ik vond het een erg sprekend ding, dat me sterk deed denken aan de twaalf koppen die Stide gekopieerd heeft voor de westgevel van de toren van de Eusebiuskerk.
Al met al weer een heel leuk beeld om te maken. Deze serie gaat zich straks beslist heel duidelijk aftekenen op de bogen rond het koor van de kerk!
naar het volgende luchtboogbeeld→
Leuk beeld en dank voor je info omtrent de maker van weleer, dan is het beeld wat vroeger voor de benedenrenovatie bij de trap naar de kelder stond zeker ook van hem…
Verder bedankt voor de tip van het boek
Blijf gezond en hak door, doe ik het ook 😉
We waren meteen onder de indruk van dit beeld, het zal bij ons een mooi plaatsje (binnen) krijgen. Alleen het nog even naar Zeeuws-Vlaanderen zien te krijgen…
Johan en Marjan
Hoek