
credit foto: Rothuizen Architecten
←naar het eerste bericht over dit restauratieproject
De laatste kraagsteen die ik voor de Eusebiuskerk hakte was een voorstelling van de evangelist Mattheus: een gevleugelde mens/engel. Inmiddels zijn de kraagstenen in de gevel van de toren geplaatst. Je kunt goed zien hoe de witgrijzige Muschelkalksteen wat afsteekt bij de gelere omringende tufsteen (meest Ettringer tuf met reparaties van Weiberner tuf). De voegen moeten uiteraard nog gedicht worden, en zolang de specie uithardt heeft Mattheus een piepschuimen kinsteuntje gekregen.
Mattheus is afgebeeld met een zwaard, omdat hij met een zwaard zou zijn gedood en daardoor tot ‘martelaar van het geloof’ werd. Een vreemd gebruik om de gewelddadige dood tot iets loffelijks te verheffen. Waarom dan niet het tafeltje gekozen waaraan hij zat toen Jezus hem riep, of de geldbuidel van zijn voormalig beroep als belastinginner? Ik ben natuurlijk bekend met de traditie van verering van martelaren, maar toch denk ik dat de promotie van het ‘lijdzaam dragen zonder klagen’ vooral de machthebbers meestal goed te pas kwam.
Ik heb Matteus wat meer haar gegeven dan het origineel (hieronder). Bij de oorspronkelijke kraagstenen was goed te zien dat ze in situ gehakt zijn. De steenhouwer die de bovenste profielen van de kraagstenen hakte, had onder de tweede rechte band al vrij diep een profiel ingehakt, en de beeldhouwer moest zijn reliëf daar maar een beetje tussen frutten. Vandaar dat Mattheus een wat afgekapte schedel kreeg. In mijn geval zat die steen er nog wel, en daar heb ik dan ook meteen misbruik van gemaakt. Ik heb ook de haren een tandijzerslag gegeven en de veren van de vleugels wat meer detail. Op de oude kraagsteen bestaat die uit een paar groeven, maar nu heb ik veren gehakt, zodat het allemaal net iets meer spreekt.
Lees hier de uitleg over het waarom en het hoe van deze wijze van kopiëren