Verder met de grote griffioen
Het is een project met lange onderbrekingen, omdat er altijd werk tussendoor komt dat veel meer haast lijkt te hebben. Maar afgelopen zomer was er een vakantieperiode waarin Jelle en ik aan de slag konden om eindelijk de grote gespiegelde griffioenen te gaan vormgeven. In mijn laatste bericht hierover, van ruim een jaar eerder, vertelde ik dat deze twee gespiegelde griffioenen waarschijnlijk in beton gegoten gaan worden. Maar ik kreeg goed nieuws van de klant: bij nader inzien wilde hij toch liever zandstenen originelen dan betonnen afgietsels. We mogen ze gaan hakken! Ik besloot dat dit toch wel een groot project is voor mij alleen en dat ik dit graag samen met Jelle Steendam wilde gaan maken. Met de combinatie van ons beider vormgevoel en een stel handen erbij wordt dit een geweldig stuk beeldhouwwerk waar ik razend enthousiast over ben.
Geen schuim maar klei
Ik was al begonnen om mijn schaalmodel uit te vergroten in harde schuim. Maar het werk viel me tegen. Ik kon hierin niet de souplesse krijgen die me voor ogen stond en besloot het anders aan te pakken en wilde de griffioen boetseren in klei. De eerste stap was een stevig frame. Ik trok een contoursjabloon van mijn schaalmodel, vergrootte dit uit op de gewenste schaal en zaagde het uit een plaat hout. Vervolgens laste ik van vierkante profielbuis een stalen frame in elkaar voor de griffioen. Aan dit frame kon ik van volièregaas het lijf ruwweg modelleren, dat ik met purschuim opvulde. De vleugels maakte ik uitneembaar.
Schild
Daarna kwam het boetseren van het schild. Het schild is een ingewikkelde beweging van onderdelen met allerlei details die ik in eerste instantie maar moeilijk van de kleine fotootjes kon aflezen. Toen we bijna klaar waren met alle afgietsels stuurde de klant ons een hele reeks haarscherpe foto’s waarop te zien was dat ik heel erg dicht in de buurt van het origineel had gezeten. Maar ook was er nieuwe informatie op te ontdekken die we zeker in de reconstructie zullen gaan verwerken. Ik had al heel wat uren in fotobewerking gestopt om erachter te komen hoe het er ooit had uitgezien.
Een collega merkte op dat hij zulke oude foto’s eerder als leidraad had gebruikt om zijn eigen beesten te maken dan dat hij er per sé een exacte kopie van had willen maken. Daar is ook wat voor te zeggen. Maar voor mezelf is het een uitdaging geweest om het niveau van de oude griffioenen te reconstrueren en te benaderen. Ik ben er een betere beeldhouwer door geworden. En ook voor Jelle is het een heel leerzaam project. Hij heeft veel meer boetseerervaring dan ik en is ook beter bekend met het maken van gipsen kappen. Maar om het op deze schaal te doen is ook voor hem nieuw! Dus samen leren we een hoop. Pas als we echt aan het hakken gaan zitten we op bekend terrein; dat hebben we al heel wat vaker gedaan.
Van het schild heb ik een eenzijdige kap gemaakt en met hulp van Jelle ook een gipsen afgietsel. Dit konden we gebruiken voor het verdere boetseerwerk aan het lijf van de griffioen.
Priegelige riddertjes
De schilden zijn ook allebei anders. Ze hebben allebei een familiewapen erop, de ene is van Graf Von Klot-Trautvetter met twee helmen en twee ridders met vaandels en lansen en een wapenspreuk, en de andere van Graf Von Bohlen, met vijf griffioenen en drie helmen en de wapenspreuk ‘Cave Gryphem’. Alleen al deze familiewapens zijn enorm bewerkelijke stukken, dus dit is een project waaraan we heel wat weekjes zullen gaan besteden bovenop de tijd die we nodig hadden om te boetseren.
Ook de grote vorm van het schild had ik in klei geboetseerd en in gips afgegoten. Dat hele familiewapen heb ik niet geboetseerd, want dat is heel veel werk dat je toch niet kunt overbrengen met de beeldenzaag. Ik kan het ook veel sneller rechtstreeks in de steen uithakken als het er eenmaal op getekend is. Een goed voorbeeld hiervoor is het grote familiewapen met twee griffioenen dat ik in 2013 in zandsteen maakte.
Het lijf van de griffioen
Daarna kwam stap drie: modelleren van het lijf, de vleugels en de staart. Dit was het punt waarop Jelle ook in actie kon komen. Samen hebben we in een aantal dagen van intensief modelleren de griffioen gestalte gegeven. Klei kan natuurlijk uitdrogen en krimpen, zodat het heel fijn was dat we dit gezamenlijk in kortere tijd konden doen. De griffioen wordt 115 cm hoog en het schild 122 cm, dus dat was hard doorwerken.
Gipskappen
Maar met een kleimodel kun je nog niet zoveel doen. Als het uitdroogt gaat het barsten en valt in stukken uiteen. Als het nat is kan het uitzakken of beschadigen. Daarom hebben we er een gigantische lading gips doorheen gejaagd om tot een gipsmodel te komen. We waren tevreden met de expressie van de kleigriffioen, zodat we konden doorgaan naar stap 3: kappen van gips eroverheen leggen.
Eerst haalde ik de vleugels en de staart eraf en maakte daar aparte gipskappen van. Vervolgens maakten we, in een intensief ritme van gips aanmaken, een dunne laag gips opzetten in kleur en een dikkere laag eroverheen aanbrengen, een gipskap voor de buik van de griffioen. De laatste twee kappen waren voor de kop van de griffioen. De naden gaven we aan met ‘latoenen’, in dit geval geknipt uit een plaat zink die ik nog had. Tenslotte volgden de twee kappen voor de linker en rechter helft van de griffioen.
Afgietsels
Daarna hebben Jelle en ik afgietsels van elke kap gemaakt. We hadden een goede lading glasvezels door de gips gemengd, zodat de afgietsels dun konden blijven. Ten slotte hebben we de losse onderdelen aan elkaar vastgemaakt met nog meer gips, die we van binnenuit over de naden smeerden. Over het geheel hebben we nu een holle griffioen van ongeveer 8 cm dik, die we nog een beetje kunnen hanteren.
Maar het beeld zat nog wel ingepakt in de gipskappen! Daarom zijn we ook nog een paar dagen druk geweest om alle onderdelen los te hakken uit de gipskappen. Gelukkig hadden we de binnenste laag van de gipskappen een beetje rode kleurstof meegegeven, waardoor we konden zien wanneer we dicht op de uiteindelijke oppervlakte kwamen. Uiteindelijk eindigden we met een stel afgietsels, die misschien niet perfect waren volgens de opvattingen van beroepsmallenmakers, maar meer dan voldoende kwaliteit hadden voor onze beeldenzaag en ook goed genoeg waren als model om vanaf te gaan beeldhouwen.
Gespiegeld
Deze griffioen wordt straks in steen uitgehouwen. En net als al die luchtboogbeeldjes van de afgelopen jaren wordt hij eerst voorgezaagd op de beeldenzaagmachine. Daarvoor hebben we dan ook een stevig model nodig dat niet indrukt als er een tastschijf op rust. Ik had het beest ook uit schuim kunnen snijden en bedekken met polyester, maar met deze methode waren we flexibeler met de vormgeving. Klei kun je immers heel makkelijk weghalen en aanvullen, en met schuim wordt dat lastiger.
Maar de griffioen wordt twee verschillende griffioenen, een linker versie en een rechter. Ze moeten gespiegeld worden en dat betekent dat de voorpoten, de klauwen, bij de een anders zitten dan bij de ander. Ik heb bedacht dat we eerst de ene griffioen gaan uitzagen en beeldhouwen, en dat we daarna de gipsen poten van het model gaan aanpassen zodat de rechterklauw het schild vasthoudt en hij op de linker steunt.
Zandsteen besteld
Voor deze twee griffioenen, de twee schilden, de vier vleugels en de twee staarten heb ik nu een partij Obernkirchener zandsteen besteld. De groeve liet mij weten dat het wel even langer duurt om goede blokken van zo’n grote maat te vinden voor de beelden. Maar ik wilde graag deze steen, hoewel het erg hard is en vrij moeilijk om te bewerken. Het is namelijk enorm weervast en mooi van kleur. Het materiaal is bovenal ook heel sterk. Ik had een plak van ongeveer 1 cm dik gezaagd, ongeveer 15 x 15 cm, en die kon ik met mijn handen niet breken. Terwijl ik toch redelijk veel kracht in mijn vingers heb. Dit is een perfecte eigenschap, omdat deze beesten op 1 voorpoot komen te staan, en het schild, de vleugels en de staart worden ook niet al te dik. Zo kunnen ze wel een paar eeuwen meegaan.
Prachtig