In herinnering aan mijn vader Jan van Velzen
Op zondag 19 januari 2020, om 1:14 ’s nachts overleed mijn vader Jan van Velzen. Hij was ook een beeldhouwer, een kunstenaar, maar vooral een levenskunstenaar. Dat blijkt wel uit zijn uitspraken, waarvan de titel van dit blogbericht er een was die ik nog nooit eerder van hem gehoord had. Hij deed deze uitspraak in de laatste dagen voor zijn overlijden, een periode waarin hij vervuld van dankbaarheid en liefde terugkeek op zijn leven.
Jan van Velzen was absoluut geen zweverig persoon. Hij was een tuinder en bloembollenkweker geweest en had zijn leven lang hard gewerkt.
Een arm gehucht
Onderdijk in 1931 was een arm Westfries lintdorpje in Noord-Holland. Het lag aan weerszijden van een hoge dijk en veel huizen hadden een eigen bruggetje over de gracht naar de dijkvoet. Zijn vader, die ook Jan van Velzen heette, was net als de meesten in het dorp een tuinder die met een schuit naar zijn stuk grond aan de overkant van het meer voer om daar onder meer uien, kool, wortels, bieten, tulpen en aardappels te kweken. Na de oogst ging het ook met de schuit naar de vaarveiling in Medemblik.
Verlangen naar schoonheid
Jan was het tweede kind, een vrij stil, gevoelig jongetje dat pas op zijn tweede begon te lopen. Hij gruwde van de grauwe uitzichtloosheid van het harde werken en de daagsheid waarmee alle fleur en schoonheid werd teruggebracht naar ‘gewoon doen en doorgaan’. Hij had een intens verlangen naar schoonheid en vertelde over de verrukking die hij kon voelen bij het horen van prachtige muziek in de kerk. Zijn vader was een hartelijk man met veel levenswijsheid. Op zijn sterfbed vertelde Jan hoe hij nog zijn vader voor zich zag op zondagochtend, in zijn hemd, het scheerwater met een zwaai de sloot in slingerend, luid zingend en met een hele zwerm kinderen om zich heen.
Vroege creativiteit
Als kind was Jan al met creatieve uitingen bezig. Poppetjes van klei boetseren of bootjes maken door koekblikken zo te vouwen en buigen dat er hele slagschepen ontstonden. Maar waar ik had genoten van de creatieve tijd op de kleuterschool, had hij diezelfde grauwe daagsheid ervaren op de bewaarschool.
Kennelijk had de ‘juf’ de opvatting dat de kinderen alleen bewaard moesten worden, want ze moesten stil zijn en matjes vlechten, anders moesten ze in de spinnenkast. Matjes vlechten was voor hem dan ook een van de symbolen van ‘zo moet het en zo hoort het’. Afschuwelijk, omdat alle creativiteit onderdrukt werd.
Jannige constructies
Jan had eigenlijk helemaal geen zin om tuinder te worden, maar vader werd ziek en de oudste zoons, tieners nog, moesten het werk overnemen. Hij had veel liever bij de smid in de leer gegaan, want met je handen dingen van ijzer maken en lassen interesseerde hem veel meer. De smid werd met ontzag bekeken door de kleine jongetjes. Van zijn jongere broer was het legendarische antwoord op de vraag wat hij later wilde worden dan ook ‘Dikke smid Kees Slaman!’
Het was hard werken in de zware zeeklei rond Onderdijk en werkelijk alles werd met de hand gedaan: spitten om te zaaien, spitten om te oogsten en twee steek diep spitten om het land voor te bewerken. Jan had een hekel aan uitzichtloosheid, dus zijn creativiteit uitte zich in allerlei ‘Jannige constructies’: uitvindingen die bedoeld waren om alles net even gemakkelijker te maken. Hij was dan ook een van de eersten die de bodem van de schuit naar helemaal bovenin brachten, zodat je met de kruiwagen erin kon rijden in plaats van alles moeizaam met de hand erin en eruit te tillen.
Flippus de Dromer
Niet altijd werden zijn oplossingen gewaardeerd. ‘Jannige constructies’ was niet echt een waarderende term, en omdat hij weleens met zijn gedachten elders was werd hij thuis ook wel Flippus de Dromer genoemd. Hij had een wat filosofische inslag en besteedde ook tijd aan observeren van zijn omgeving. Achteraf terugziend is het ook wel te begrijpen waarom hij op die plek geboren werd: voor hem was het een manier om de hele weg van zwaarte naar licht te doorlopen, en hij heeft zijn licht kunnen brengen in een tijd en omgeving die vooral gericht was op overleven.
Blessuretijd
Op zijn twintigste moest hij in militaire dienst. Maar het harde werk had zijn gevolgen al gehad: hij werd aan zijn knieën geopereerd en moest herstellen in het militaire ziekenhuis. Tot zijn afschuw bestond de therapie uit matjes vlechten! Maar in het lokaal daarnaast werden boetseerlessen gegeven. Op zijn verzoek werd hij overgeplaatst en daar werd zijn talent al snel ontdekt door zijn instructeur. Deze man regelde zelfs een introductie voor hem bij de kunstacademie in Tilburg.
Ik had altijd begrepen dat het niet was doorgegaan omdat Jan thuis nodig was en omdat zijn moeder altijd zei: ‘Fiedelaars en hureletuters komen niet in de hemel’. Maar dat was eigenlijk niet de grootste afschrikking. Vorig jaar vertelde hij me dat hij erg geschrokken was van de onverzorgde figuren met lange haren en verwilderde baarden die er rondliepen, en dat hij zich enorm ongemakkelijk en niet op zijn plek had gevoeld. Maar zijn leraar was erg teleurgesteld dat hij deze kans liet lopen. ‘Stomme bloemkoolstruik!’ had de man geroepen, waarschijnlijk uit frustratie dat zoveel talent verloren ging.
Bedrijf
Jan trouwde op zijn dertigste met Alida, een meisje uit nota bene hetzelfde Onderdijk, waarin hij iets had herkend van speelsheid en schoonheid, en het los zijn van alle benepenheid van het dorp. Hij begon zijn eigen bedrijf, maar de tijden waren veranderd. Het aantal kleine tuindersbedrijfjes liep hard terug en veel zelfstandigen moesten in dienst bij een fabriek in de Zaanstreek, elke dag heen en weer met een busje. Jan was met een aantal gelijkgezinden op zoek naar oplossingen en besloot met zijn twee broers fors uit te breiden. Ook richtten ze zich al een aantal jaren volledig op de bloembollenteelt. Ook daarin gebruikte hij zijn creativiteit: hij bouwde zelf zijn eigen machines voor het koppen van de tulpen en het wassen van de bollen, en paste veel machines aan zodat ze beter werkten.
-Lees hier↑ een eerder artikel over beeldhouwwerken van Jan van Velzen-
-wordt vervolgd-
- Neskant, Onderdijk
- geboortehuis Jan van Velzen, Onderdijk 191
- Jan 2 jaar
- School, Onderdijk
- Jan 4 jaar
- schooltijd
- Jan in zondags pak1
- Jan in zondags pak2
- smederij van Slaman
- repareren van een holder
- Jan, vader Jan, knecht en broer Kees in de schuit
- vaarveiling van Medemblik
- Militaire dienst 1
- Militaire dienst 2
- Herstellingsoord
- Jan van Velzen, 27 mei 1958
- varen op de Groote Vliet
- Huwelijk Jan en Alida
- eigen machines bouwen
- Jan met bloemenkopmachine 1970
- gracht, Onderdrijk
- schuitenhelling Slaman
- gracht Onderdijk
- gracht, Onderdijk
- Nes, Onderdijk, met Erma Vink
- Geboortehuis vader Jan van Velzen, Onderdijk 29
- Onderpad, Onderdijk